Het Dobbelspel

This page is a translated version of the page The Dice Game and the translation is 100% complete.
Other languages:


Box DiceGame 999.png

Algemene informatie en opmerkingen

Dit is het officiële dobbelspel van Carcassonne. Een spel voor 2-5 spelers dat als onderdeel van het 10-jarig jubileum van Carcassonne in 2011 uitgegeven werd door Hans im Glück. Ontworpen door Olivier Lamontagne en Klaus-Jürgen Wrede.

Speelmateriaal

Het spel zit in een metalen doos in de vorm van een meeple en bevat:

  • 9 Carcassonne-dobbelstenen met de volgende zijden:
    • 4 stadsdelen
     
    • 1 ridder
     
    • 1 katapult
     
  • 1 scoreblok
  • 1 potlood

Overzicht

Bij het Carcassonne dobbelspel proberen de spelers door handig te dobbelen zo groot mogelijke steden te bouwen - hoe groter, hoe beter.

Spelregels

Spelverloop

De spelers werpen om de beurt de dobbelstenen. De spelers kiezen een startspeler die zal beginnen en neemt alle 9 dobbelstenen. Tijdens zijn beurt werpt hij de dobbelstenen maximaal 3 keer en telt vervolgens de punten voor het resultaat (zie de sectie puntentelling). Dan geeft hij de dobbelstenen aan zijn linker buurman, die het spel voortzet.

 
Katapult

De speler werpt voor de eerste worp alle dobbelstenen die hij voor zich heeft liggen. Als hij 1 of meer katapulten gooit, dan geeft hij die dobbelstenen direct aan de speler links van hem (hij mag de katapulten niet opnieuw werpen of er deze worp punten voor krijgen).

Werpt de speler ridders of stadsdelen dan mag hij die naar keuze verzamelen of opnieuw werpen. Als de speler een stadsdeel verzamelt, dan moet hij daar onmiddellijk een stad mee bouwen. De speler mag eenmaal gebouwde stadsdelen niet opnieuw bouwen. Verzamelde ridders mogen niet opnieuw geworpen worden.

 
Een ridder

Als een speler 3 of meer ridders verzamelt, mag hij ervoor kiezen deze beurt geen punten te tellen om zijn punten in de volgende beurt te verdubbelen. Hij houdt 1 ridder en geeft alle andere dobbelstenen aan zijn linkerbuurman. Bij zijn volgende beurt, voegt hij de dobbelsteen met de ridder toe aan de dobbelstenen die hij doorgegeven krijgt en werpt die. Elke speler kan dus een ridder hebben, waardoor de andere spelers er minder over houden.

 
Voorbeeld - Einde van de beurt: De speler heeft 3 ridders verzameld. Hij houdt er één en geeft alle andere dobbelstenen door. Hij krijgt geen punten voor de stad die hij gebouwd heeft.

Steden bouwen

De speler probeert een zo groot mogelijke stad te bouwen met de dobbelstenen die hij geworpen heeft. Bij de puntentelling, telt hij het aantal dobbelstenen waaruit zijn grootste stad bestaat.

Spelregels voor het bouwen van steden

  • De zwarte vlakken zijn de stadsdelen.
  • Zwarte vlakken moeten aan zwarte vlakken worden aangelegd, en witte vlakken aan witte vlakken.
 
Voorbeeld: Zwarte en witte vlakken
  • Als een dobbelsteen gebruikt is om te bouwen, mag die niet meer opnieuw geworpen worden.


 
Voorbeeld 1a - Eerste worp: de speler geeft de katapult onmiddellijk aan zijn linker buurman. Hij gebruikt 4 van de dobbelstenen om een stad te bouwen. Hij werpt de 2 ridders en 2 andere stadsdelen opnieuw in de hoop zijn stad groter te kunnen maken.
 
Voorbeeld 1b - Tweede worp: de speler geeft de tweede katapult onmiddellijk door aan zijn linker buurman. De 2 dobbelstenen met stadsdelen voegt hij toe aan zijn stad. De ridder kan hij niet gebruiken en hij kiest ervoor zijn beurt te beëindigen en punten te tellen voor de grootste stad die hij gebouwd heeft.

Puntentelling

Nadat een speler de derde worp heeft gedaan of ervoor kiest om niet meer te werpen, mag hij punten gaan tellen voor zijn beurt. De spelregels voor de puntentelling zijn:

  • Alleen de dobbelstenen van de grootste afgebouwde stad gelden (heeft hij geen afgebouwde stad, dan krijgt hij geen punten).
  • Als de speler aan het begin van zijn beurt een ridder had, dan krijgt hij het dubbele aantal punten.
  • De punten worden bijgehouden op het scoreblok.
  • De puntentelling is als volgt:
    3 dobbelstenen = 1 punt
    4 dobbelstenen = 3 punten
    5 dobbelstenen = 6 punten
    6 dobbelstenen = 10 punten
    7 dobbelstenen = 15 punten
    8 dobbelstenen = 21 punten
    9 dobbelstenen = 28 punten
 
Voorbeeld: De speler telt punten voor zijn grootste stad, die uit 6 dobbelstenen bestaat en krijgt dus 10 punten.

Einde van het spel

Zodra een speler 42 punten of meer heeft eindigt het spel en is die speler de winnaar.

Bijzondere situatie: gooit een speler in zijn beurt 9 katapulten dan wint hij direct, ongeacht het aantal punten dat hij tot nu toe in het spel verzameld heeft.


Aanvullende informatie

Deze sectie is een uitbreiding op de basisinformatie uit de spelregels.

Detailvoorbeeld van een beurt

Dit voorbeeld geeft aanvullende details over de onmogelijkheid van het verplaatsen van dobbelstenen die als stad zijn gelegd of het opnieuw werpen van ridders.


 
Voorbeeld 2a - Eerste worp: de speler bouwt een stad met 4 dobbelstenen en verzamelt de dobbelsteen met de ridder. Hij werpt de 4 overige dobbelstenen opnieuw.
 
Voorbeeld 2b - Tweede worp: de speler werpt 2 katapulten, hij geeft die allebei door aan de volgende speler en werpt de andere 2 dobbelstenen opnieuw om te proberen de stad af te bouwen. De 4 dobbelstenen die al onderdeel uitmaken van de stad en de ridder mogen niet opnieuw geworpen worden.
 
Voorbeeld 2c - Derde worp: Het is niet mogelijk om de stad af te bouwen met de geworpen stadsdelen. Dobbelstenen die al onderdeel uitmaken van de stad mogen niet verplaatst worden. Er zijn twee steden, een afgebouwde stad van 2 dobbelstenen en een onafgebouwde stad van 6 dobbelstenen. Geen van de twee steden levert punten op. De speler krijgt geen punten deze beurt.

Voorbeelden van steden

 
stad van 2 dobbelstenen = 0 punten
 
stad van 3 dobbelstenen = 1 punt
 
stad van 4 dobbelstenen = 3 punten
 
stad van 5 dobbelstenen = 6 punten
 
stad van 6 dobbelstenen = 10 punten
 
stad van 7 dobbelstenen = 15 punten
 
stad van 8 dobbelstenen = 21 punten
 
stad van 9 dobbelstenen = 28 punten