Wintereditie Basisspel

This page is a translated version of the page Winter Edition Base Game and the translation is 80% complete.
Outdated translations are marked like this.
Other languages:


Winter edition front cover.jpg

Algemene informatie en opmerkingen

 
Game C Logo

Carcassonne: Wintereditie werd oorspronkelijk in 2012 uitgebracht door Hans im Glück.

Een slim tegellegspel, in een winters jasje, voor 2 tot 5 spelers, vanaf 8 jaar, door Klaus-Jürgen Wrede.

De Zuidfranse stad Carcassonne is beroemd om haar prachtige vesting, die dateert uit de tijd van de Romeinen en de ridders. De spelers beereiden zich voor om met hun gevolg op de wegen, in de steden, in de kloosters en op het boerenland fortuin te maken. De ontginning van het land ligt in hun handen, en de juiste en tijdige inzet van hun horigen als struikrovers, ridders, boeren of monniken zal de weg naar het succes plaveien.

Speelmateriaal

  • 72 landtegels (waaronder een met een donkere achterkant) die weg-, stads- en weidedelen tonen, evenals kloosters en kruisingen.
  • 12 landtegels met winterdieren erop.
 
Beschrijving van de tegels en kenmerken:
A. Klooster
B. Stadsdelen
C. Wapen
D. Weiden
E. Wegdelen
F. Kruisingen
 
Regular tile back
  • 40 Horigen[1] in vijf verschillende kleuren:
 
Horigen in 5 verschillende kleuren

Elke horige kan worden ingezet als ridder, monnik, struikrover of boer. Eén horige van elke kleur wordt als telsteen gebruikt.

  • Eén scorespoor. Dit wordt gebruikt om de puntentelling bij te houden
  • Eén spelregelboekje.

Spelregels

Overzicht

De spelers leggen beurtelings landtegels aan. Dit leidt tot de groei van wegen, steden, kloosters en weiden, waar de spelers hun horigen op kunnen inzetten om punten te verdienen. Aangezien er zowel tijdens het spel als op het einde punten kunnen worden gewonnen, staat de winnaar pas na de eindtelling vast.

De regels voor de wintereditie zijn identiek aan de normale regels van het spel Carcassonne. De 12 extra tegels met dierenillustraties worden gespeeld volgens de gebruikelijke spelregels. [2] [3]

Voorbereiding

De starttegel wordt in het midden van de tafel gelegd. De overige tegels worden geschud en in verschillende stapels gedekt op tafel gelegd, zodat elke speler er goed bij kan. [4] Het scorespoor moet indien mogelijk aan de rand van de tafel worden gelegd.

 
Scorebord

Elke speler kiest een kleur en krijgt alle acht horigen van die kleur, waarbij er één als telsteen op het '0'-veld van het scorespoor wordt geplaatst. De overige zeven horigen blijven voorlopig bij de speler, als zijn of haar voorraad.

De jongste speler bepaalt wie het spel begint.

Spelverloop

Er wordt met de klok mee gespeeld. De speler die aan de beurt is voert de volgende acties in de aangegeven volgorde uit:

  1. De speler moet een nieuwe landtegel trekken en aanleggen.
  2. De speler mag indien gewenst één van zijn horigen uit zijn voorraad op de zojuist aangelegde tegel zetten.
  3. Als door het aanleggen van de landtegel wegen, steden of kloosters afgebouwd worden, moeten de punten daarvan nu geteld worden.

Dan is de volgende speler aan de beurt.

1. Het leggen van landtegels

Als eerste actie moet de speler een tegel trekken van één van de stapels. De tegel wordt dan aan de andere spelers getoond (zodat zij de speler kunnen "adviseren" over waar hij de tegel moet plaatsen) en op tafel gelegd. De speler moet op het volgende letten:

  • Ten minste één zijde van de nieuwe tegel (met een rode rand in de voorbeelden hieronder) moet één of meer tegels raken die al in het spel zijn. [5] Tegels uitsluitend met de hoeken tegen elkaar aanleggen is niet toegestaan.
  • Alle stads-, weg- en weidedelen moeten de reeds gespeelde delen voortzetten. [6] [7]

In het zeldzame geval dat een tegel nergens op een geldige manier aangelegd kan worden, en alle spelers het daarmee eens zijn, wordt deze uit het spel verwijderd, en trekt de speler een andere. [8]

 
Een weg en weiden worden uitgebreid.

 
Een stad wordt uitgebreid.
 
Aan de ene kant wordt de stad uitgebreid. Aan de andere kant, wordt de weide uitgebreid.
 
Een voorbeeld van ongeldig aanleggen

2. Het zetten van horigen

Als de speler de tegel heeft aangelegd, mag hij of zij een horige zetten. Daarbij moeten de volgende punten in acht worden genomen:

  • Per beurt mag slechts één horige worden ingezet.
  • De horige moet uit de voorraad van de speler komen.
  • De horige mag alleen op de zojuist gelegde tegel worden ingezet.
  • De speler moet beslissen op welk deel van de tegel de horige wordt ingezet [9] [10] as either: [11]
 
een struikrover op een weggedeelte
 
een ridder in een stadsdeel
 
een monnik op een klooster
 
een boer op een weide
  • Er mag zich geen enkele andere horige (ook niet die van dezelfde speler) bevinden op de weg-, stads- of weidedelen die met de zojuist gelegde tegel verbonden zijn. Het maakt niet uit hoe ver weg de horige is. De volgende twee voorbeelden kunnen helpen om dit uit te leggen:
 
Blauw mag geen struikrover zetten, want de weg is al bezet. Hij mag een monnik zetten of een boer op de weide leggen.
 
Blauw mag geen ridder in de stad zetten, want de stad is al bezet. Hij mag wel een struikrover op de weg zetten of een boer op de weide leggen.

Als een speler tijdens het spel door zijn horigen heen raakt, kan hij of zij alleen nog landtegels aanleggen. Maar geen paniek: je kunt horigen ook weer terugkrijgen.

Nu is de beurt van de speler voorbij, en het is de beurt van de volgende speler links.

Uitzondering: Als door het leggen van een landtegel een weg, stad of klooster afgebouwd wordt, volgt direct een telling. [12]

3. Afgebouwde wegen, steden en kloosters worden geteld

Een afgebouwde weg

Een weg is afgebouwd wanneer de wegdelen aan beide zijden eindigen in een kruising, een stadsdeel of een klooster, of wanneer de weg een gesloten cirkel vormt. [13] Er is geen limiet aan het aantal wegdelen dat tussen deze eindpunten kan liggen.

 
Rood krijgt 4 punten
 
Rood krijgt 3 punten

Een speler die een struikrover heeft op deze afgebouwde weg krijgt evenveel punten als de weg lang is, uitgedrukt in het aantal tegels. [14]

Telkens wanneer er punten geteld worden, worden die direct op scorespoor verwerkt (meer hierover in het gedeelte over het scorespoor).

Een afgebouwde stad

Een stad is afgebouwd als de stadsdelen volledig omsloten zijn door een stadsmuur en er geen gaten meer in de stad zitten. Er is geen limiet aan het aantal stadsdelen dat een stad kan bevatten.

Een speler die een ridder heeft in een afgebouwde stad krijgt 2 punten voor elk stadstegel. Ieder wapen [15] levert 2 extra punten op.

 
Rood krijgt 8 punten (drie stadsdelen en een wapen)
 
A: Wanneer beide stadsdelen op een tegel in één stad liggen, tellen ze maar als één stadsdeel.
Rood krijgt 8 punten (vier stadsdelen, geen wapen)

Wat gebeurt er, als er meerdere horigen op een afgebouwde weg of in een afgebouwde stad staan?

Door het slim aanleggen van landtegels is het zeer wel mogelijk dat meerdere struikrovers op een weg of meerdere ridders een stad bezetten.

De punten gaan dan naar de speler met de meeste struikrovers of ridders. [16] In geval van gelijkspel krijgen alle betrokken spelers het volle aantal punten.

 
De zojuist gelegde tegel verbindt de eerst gescheiden stadsdelen tot een afgebouwde stad.
Blauw en rood krijgen beiden de volle 10 punten, omdat ze elk één ridder in de stad hebben - gelijkspel!
Een afgebouwd klooster

Een klooster is afgebouwd wanneer het omgeven is door acht landtegels. De speler die een monnik op het klooster heeft, krijgt onmiddellijk 9 punten, 1 punt voor elke landtegel, inclusief het klooster zelf.

 
Rood krijgt 9 punten (voor de 8 omringende tegels en het klooster zelf.)
De terugkeer van horigen naar hun eigenaren

Nadat een weg, stad of klooster is afgebouwd en geteld – en alleen dan – keren de betrokken struikrovers, ridders of monniken terug naar hun eigenaar. Vanaf de volgende beurt mag de speler ze weer in een rol naar keuze inzetten.



Het is mogelijk om in dezelfde beurt een horige in te zetten, punten te tellen en de horige terug te nemen. In dat geval moet je de volgende volgorde aanhouden:

  1. Met de nieuwe landtegel een weg, stad, of klooster afbouwen.
  2. Een struikrover, ridder of monnik inzetten.
  3. De afgebouwde weg, stad of klooster tellen.
  4. De struikrover, ridder of monnik terug in voorraad nemen.
 
Rood krijgt 4 punten
 
Rood krijgt 3 punten


Weiden

Verschillende met elkaar verbonden weidedelen vormen een weide. [17] Weiden en weidedelen worden niet geteld. Ze dienen enkel als plaats om boeren in te zetten; de eigenaar van de weide krijgt pas aan het einde van het spel punten. Boeren blijven dus gedurende het spel op de weide en worden nooit teruggegeven aan hun eigenaar! Om dat duidelijk te maken, moeten de boeren op hun rug worden gelegd.

Weiden worden van elkaar gescheiden door wegen, steden en de rand van het speelveld - dit is belangrijk bij de eindtelling.

 
Alle drie de boeren hebben hun eigen weide. Het weggedeelte en de stad scheiden de weiden van elkaar.
 
Na het aanleggen van de nieuwe tegel worden de weiden van de drie boeren samengevoegd tot één.

Let op: De speler die de nieuwe tegel heeft geplaatst mag geen boer inzetten, omdat de (nu verbonden) weide al bezet is door boeren.
Het scorespoor

Alle verkregen punten moeten onmiddellijk op het scorespoor worden bijgehouden. Dat is een baan van vijftig velden die vele malen kan worden afgelegd. Wanneer het '0'-veld wordt bereikt of gepasseerd, moet de telsteen worden neergelegd om aan te geven dat de speler al 50 of meer punten heeft verkregen. [18]

 
Blauw krijgt 3 punten. Hij verplaatst zijn figuur die op 48 begon. Om aan te geven dat de hij meer dan 50 punten heeft, legt hij de figuur neer.

Het einde van het spel

Het spel eindigt aan het einde van de beurt waarin de laatste landtegel wordt gelegd. De in deze ronde afgebouwde wegen, steden en kloosters worden op de gebruikelijke wijze geteld. Daarna volgt de eindtelling, waarbij onafgebouwde wegen, steden en kloosters en de boeren worden geteld.

Eindtelling

Niet afgeronde wegen, steden en kloosters tellen

Bij de eindtelling worden eerst alle onafgebouwde wegen, steden en kloosters geteld. Voor elke onafgebouwde weg, stad en klooster krijgt de eigenaar 1 punt per tegel. Wapens leveren nu ook maar 1 punt op. [19] Zodra het betreffende project geteld is, worden de betrokken horigen verwijderd.

 
Rood krijgt 3 punten voor de onafgebouwde weg. Geel rijgt 5 punten voor het onafgebouwde klooster.
Blauw krijgt 3 punten voor de onafgebouwde stad rechtsonder. Groen krijgt 8 punten voor de grote onafgebouwde stad. Zwart krijgt niets, omdat groen meer ridders in de stad heeft.
Het tellen van de weiden

Alleen de boeren en hun weiden zijn nog over en die zullen nu worden geteld. Van elke weide moet worden vastgesteld wie de eigenaar is. Als meerdere spelers boeren hebben op een bepaalde weide, dan is de speler met de meeste boeren de eigenaar. In het geval van een gelijkspel worden alle spelers met de meeste boeren als eigenaar van de weide beschouwd. De eigenaar (of eigenaars) van de weide krijgt 3 punten voor elke voltooide stad die aan de weide grenst, of erin ligt   Vraag: Het is onduidelijk of onvolledige weiden punten opleveren bij de eindtelling. Antwoord: Het is bijna onmogelijk om de meeste weiden af te sluiten of af te bouwen. Het belangrijkste bij de puntentelling van de weiden zijn de steden, die inderdaad afgebouwd moeten zijn. Dus: afgebouwde steden tellen ook mee voor niet afgebouwde weiden. </ref> [20]

Als een stad aan meer dan één weide grenst, krijgt de eigenaar van elke weide 3 punten voor de stad. [21]

 
On the large farm RED and YELLOW both have two farmers, and so both score 6 points: 3 each for the cities A and B. BLUE owns the small farm, scoring 3 points for city A.
 
Blauw krijgt 6 punten. Rood krijgt 3 punten. De onafgebouwde stad levert geen punten op.

 De volgorde waarin de tegels zijn gelegd.

 
Omdat hij de meeste boeren heeft, is rood de eigenaar van de grote weide en krijgt 6 punten: 3 elk voor de steden A en B. Blauw bezit de kleine weide, en krijgt 3 punten voor stad A. Geel heeft geen meerderheid en krijgt dus geen punten.
 
Op de grote weide hebben rood en geel beide twee boeren, en krijgen dus allebei 6 punten: 3 elk voor de steden A en B. Blauw is eigenaar van de kleine weide, en krijgt 3 punten voor stad A.

Elke weide krijgt op dezelfde manier punten voor aangrenzende steden [22]. Als dit gedaan is, is het spel afgelopen.

De speler met de meeste punten wint.

Voorbeeld van het tellen van een boer

Hier is een meer gedetailleerd voorbeeld van hoe boeren en hun weiden geteld worden. "Wiese" wordt vertaald met "weide".

 
* Weide 1: Blauw is eigenaar van weide 1. Aan deze weide grenzen twee afgebouwde steden (A en B). Voor elke afgebouwde stad krijgt blauw 3 punten (ongeacht hun grootte), een totaal van 6 punten.
* Weide 2: Rood en blauw hebben weide 2. Er zijn drie afgebouwde steden ('A, B en C) die aan deze weide grenzen of erin liggen. Rood en blauw krijgen daarom elk 9 punten.
Merk op dat de steden A en B op weide 1 punten opleveren voor blauw en rood en op weide 2 voor blauw, omdat deze steden aan beide weiden grenzen. De stad linksonder is niet afgebouwd, en levert dus geen punten op.
* Weide 3: Geel bezit weide 3, omdat geel er meer boeren op heeft dan zwart. Er zijn vier afgebouwde steden die aan weide 3 grenzen of er binnen liggen, dus krijgt geel 12 punten.
Wees voorzichtig met de randen van de weide: weiden worden van elkaar gescheiden door wegen, steden (als ze niet binnen de weide liggen), en de rand van het speelveld.

Hoe kunnen meerdere horigen op één project staan?

 
Beurt 1: Blauw zet een horige op de weide.
 
De weiden zijn niet verbonden op de hoeken! Beurt 2: Rood legt de tegel rechtsboven aan en zet een boer op de weide. Hij mag dit doen omdat de weiden nog niet verbonden zijn.
 
Beurt 3: Nu zijn de twee weidedelen verbonden als deel van een grotere weide. Op deze manier is het mogelijk dat meerdere horigen op één weide liggen. Op dezelfde manier kunnen er ook meerdere struikrovers op één weg staan of meerdere ridders in één stad.

Huisregels

  • De spelers bepalen met een zelfgekozen manier wie het spel begint—zoals door het rollen van drie meeples. De eerste speler die een staande meeple 'rolt' bepaalt wie er begint. (Met dank aan Joff.)
  • Om de eerste speler te bepalen; elke speler trekt een tegel uit de zak, de speler die de tegel met de meeste wegen (0 tot 4) trekt begint als eerste, als er een gelijkspel voor de meeste wegen is vindt er een tweede trekking tussen deze twee spelers plaats. Dit wordt herhaald totdat iemand wint. (Dankzij Michael.)
  • Pak je volgende tegel aan het einde van je beurt, hierdoor heb je meer tijd om na te denken over het aanleggen van je tegel en vermijd je lange denktijd.
  • Spelen met drie tegels op hand. De abdij telt hiervoor mee. Speel je beurt, inclusief de bouwmeester en vul je hand weer aan tot drie tegels. Deze tegels kunnen zichtbaar zijn voor de andere spelers of verborgen. (Met dank aan DavidP en youtch.)
  • Wanneer er gespeeld wordt met een zak voor de tegels, kun je de reguliere starttegel ook in de zak stoppen, en onspeelbare tegels kunnen weer terug in de zak worden gedaan in plaats van ter zijde gelegd te worden. (Met dank aan dwhitworth)
  • Bomen (struiken) op de wegen eindigen een weg niet, alleen huizen doen dit (wanneer de weg zich afsplitst). Hierdoor wordt het bouwen van wegen een stuk meer dynamisch. (Met dank aan Tobias.)
  • Wanneer een tegel de enige tegel is waarmee een bepaald project kan worden afgebouwd, mogen andere spelers een bod doen om die tegel te 'kopen' met punten, handelswaren, een abdij, enz. (Met dank aan Deatheux.)
  • Als je een tegel aanlegt en daarmee een gat in het speelveld opvult, dus aan alle vier de zijdes ligt een tegel, dan krijg je een extra beurt. Dit draagt eraan bij om mensen te motiveren om het bord af te maken, zelfs als ze geen voordeel halen uit het aanleggen van die tegel. (Niet van toepassing op de abdijtegel.) (Met dank aan Viberunner.)
  • Onafgebouwde projecten leveren aan het einde van het spel geen punten op. (Met dank aan metoth.)
  • De rand van de tafel beperkt het speelveld. Met andere woorden, een speler mag geen tegels aanleggen buiten de rand van de tafel of het speelveld verschuiven om een tegel aan te kunnen leggen die anders over de rand zou zijn gekomen. (Met dank aan metoth voor het aandragen hiervan en aan SkullOne die erop wees dat dit een officiële regel is in Jagers en Verzamelaars.)
  • Tafelranden BOUWEN een project AF, net zoals een abdijtegel dat zou doen. (Met dank aan PreGy.)
  • Gebruik een gekleurde dobbelsteen in plaats van meeples op het scorebord. Begin met de 6 bovenop. Wanneer de dobbelsteen een rondje heeft voltooid draai je hem naar 1 om aan te geven dat hij 1 rondje heeft gelopen. Daarmee is in één oogopslag duidelijk welke speler in welk rondje zit wie er voor staat. Met een scorebord dat tot 100 punten gaat is het zelfs nog makkelijker om meteen te zien hoevel punten iemand heeft. (Met dank aan Carcking.)

Tegelverdeling

2022 Editie (WE3)

Aantal tegels: 84

72 tegels zoals in het oorspronkelijke Carcassonne:

  ×2
(S;–) - Klooster
  ×4
(B;E;2×–) - Klooster
  ×1
(W)
  ×4
(B;V;2×–) + (St)
  ×5
(T;B;3×–)
  ×2
  ×1
  ×3
(T;W;–)
  ×2
(T;–)
  ×3
(S;B;K)
  ×3
(S;B;V)
  ×2
(T;–)
  ×3
(T;W;–)
  ×2
(B;K)
  ×3
(S;W;–)
  ×1
  ×3
(T;W;–)
  ×2
(W;–)
  ×1
  ×8
(T;2×S;B;V;3×–)
  ×9
(T;S;B;V;K;4×–)
  ×4
  ×1
Een van de tegels — gemarkeerd met "(St)" — is de starttegel (met een donkere achterkant).
Sommige tegels hebben een kleine illustratie. De letters tussen de haakjes geven aan welke illustratie op elke tegel staat:
 
T | Tuin
 
 
Opmerking: De kleine afbeeldingen van een koeienstal, een varkensstal en een ezelstal worden gezamenlijk aangeduid als schuren of stallen.

12 tegels met dieren:

  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1

2020 Editie (WE2)

Aantal tegels: 84

72 tegels zoals in het oorspronkelijke Carcassonne:

  ×1
  ×4
(St)
  ×5
(*)
  ×2
  ×1
  ×3
  ×2
  ×3
  ×3
  ×2
  ×3
  ×2
  ×3
  ×1
  ×3
  ×2
  ×1
  ×8
(*)
  ×9
(*)
  ×4
Dorp + (*)
  ×1
Een van de tegels — gemarkeerd met "(St)" — is de starttegel (met een donkere achterkant).
Tegels gemarkeerd met een ster (*) hebben grafisch verschillende versies die in het spel zijn opgenomen (bomen, huizen, enz.)

12 tegels met dieren:

  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1

2012 en 2015 Edities (WE1)

Aantal tegels: 84

72 tegels zoals in het oorspronkelijke Carcassonne:

  ×1
  ×4
  ×5
(*)
  ×2
  ×1
  ×3
  ×2
  ×3
  ×3
  ×2
  ×3
  ×2
  ×3
  ×1
  ×3
  ×2
  ×1
  ×8
(*)
  ×9
(*)
  ×4
Dorp + (*)
  ×1
Een van de tegels — gemarkeerd met "(St)" — is de starttegel (met een donkere achterkant).
Tegels gemarkeerd met een ster (*) hebben grafisch verschillende versies die in het spel zijn opgenomen (bomen, huizen, enz.)

12 tegels met dieren:

  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1
  ×1

2011 Editie (WD)

Totaal aantal tegels: 72
  ×1
  ×4
(St)
  ×5
(*)
  ×2
  ×1
  ×3
  ×2
  ×3
  ×3
  ×2
  ×3
  ×2
  ×3
  ×1
  ×3
  ×2
  ×1
  ×8
(*)
  ×9
(*)
  ×4
Kruising + (*)
  ×1
Een van de tegels — gemarkeerd met "(St)" — is de starttegel (met een donkere achterkant).
Tegels gemarkeerd met een ster (*) hebben grafisch verschillende versies die in het spel zijn opgenomen (bomen, huizen, enz.)

Voetnoten

Kijk op de Pictogrammen pagina voor uitleg over en licensering van de pictogrammen.


  1.   Vraag: Te weinig horigen - spelen we verkeerd of zijn er echt te weinig? antwoord: Naar onze mening zijn het er niet te weinig. Een zeker tekort aan horigen is geheel opzettelijk. Een belangrijk element van het spel is juist leren om zuinig te zijn met je horigen.
  2.   Een van de dieren op de tegels is een Wolpertinger, een fictief beest uit Zuid Duitsland. Het Amerikaanse equivalent dat er het dichtst bij komt is de fictieve Jackalope, hoewel dat de Wolpertinger niet echt recht doet.
  3.   HiG heeft de fans van het spel om nieuwe spelregels gevraagd voor gebruik met de dierentegels. Voorlopig zijn de dieren echter puur esthetisch.
  4.   Tegels kunnen ook in een zak worden gedaan en willekeurig worden getrokken.
  5.   Vraag: We hebben moeite om te bepalen of een gelegde tegel een nieuwe stad voorstelt of bij een stad hoort die al in aanbouw is. Antwoord: 'Van hoek tot hoek' is geen verbinding! De tegels kunnen alleen aan de randen met elkaar worden verbonden. In het getoonde voorbeeld zijn er op dit moment twee steden.
  6.   Kloosters kunnen direct naast elkaar, of hoek aan hoek geplaatst worden. Het is niet nodig dat er acht andere (niet klooster) tegels naast een klooster liggen. Een klooster staat in het midden van een weiland en andere tegels kunnen ernaast geplaatst worden. In tegenstelling tot wegen, steden en weilanden is het niet mogelijk om met een klooster te verbinden.
  7.   Een nieuw gelegde landtegel moet aan alle kanten passen op het aangrenzende tegels. Bij het aanleggen is het niet voldoende om slechts één zijde te zoeken die past.
  8.   Bij het trekken van tegels uit een zak kan een tegel die niet gelegd kan worden, terug in de zak worden gedaan voor later gebruik.
  9.   Als je bij het plaatsen van een tegel een onbezette stad afrondt, hoef je deze stad niet te bezetten en de punten te verdienen. Je kunt de stad sluiten zonder dat deze bezet is en (bijvoorbeeld) een boer inzetten zolang de weide onbezet is. De stad hoeft niet per se door een ridder bewaakt te worden.
  10.   Vraag: Mogen we op kloostertegels een horige inzetten op de omliggende weide? Antwoord: Ja! Voor een weiland dat een klooster omgeeft gelden dezelfde regels als voor elke ander weide. Je kunt ook een boer naast een klooster zetten. In dat geval blijft het klooster de rest van het spel onbezet. [tenzij het klooster wordt bezet via een magische poort, of door een horige uit Carcassonne—ed.]
  11.   Er zijn verschillende aanwijzingen in de spelregels dat spelers het eerste spel zonder boeren moeten spelen.
  12.   Vraag: Er is een situatie die ons voor een raadsel stelt. Als een speler een tegel trekt met twee stadsdelen en een kleine stad afbouwt, wat 4 punten oplevert, kan hij of zij dan in dezelfde beurt een horige op een nieuw stadsdeel zetten? Antwoord: Per beurt mag een speler slechts één horige zetten, en dat slechts één keer, en wel vóórdat er punten geteld worden. Als de speler de kleine, nu afgebouwd stad al bezet had, mag hij direct na het aanleggen van de tegel een tweede horige inzetten in het andere stadsdeel. De kleine stad wordt dan geteld en de betrokken horige gaat terug naar de speler. Als de speler deze stad nog niet bezet had, mag hij zelf bepalen op welke van de twee stadsdelen hij een horige zet. Als de horige op de kleine stad wordt gezet, dan wordt deze onmiddellijk teruggegeven en krijgt de speler vier punten, maar de horige kan niet meteen opnieuw worden ingezet.
  13.   Vraag: Kan een weg eindigen in niets? Antwoord: Nee, net als alle gewone landtegels moet een wegdeel aan alle randen doorlopen naar een ander wegdeel.
  14.   Vraag: Hoe worden de gedeelten tussen T-kruisingen geteld? Zijn de horizontale gedeelten (bovenop de T) ook eindpunten, of tellen deze mee als rechte wegen die elders moeten worden afgemaakt? Antwoord: Op ieder kruispunt (of splitsing) eindigt een weg, ongeacht vanuit welke richting ze het kruispunt bereiken. De struikrovers kunnen ook niet in de kleine dorpjes op de kruispunten komen. In het getoonde voorbeeld bevindt iedere struikrover zich op zijn eigen weg.
  15.   Merk op dat een wapen alleen invloed heeft op het stadsgedeelte waar het zich bevindt, niet op de hele tegel (als er meer dan één stadsdeel op een tegel staat.
  16.   Wanneer twee horigen van één kleur een weg, stad of weide bezetten, krijg je daar GEEN dubbele punten voor. Het aantal horigen heeft geen invloed op het aantal punten dat een speler voor een weg, stad, klooster of weide krijgt. Twee ridders verdubbelen de punten niet. Het aantal horigen is alleen van belang om te bepalen wie de meerderheid heeft.
  17.   Bij het bepalen van de grootte van de weide kunnen weiden begrensd worden door allerlei barrières, bijvoorbeeld wegen of steden die niet omzeild kunnen worden, of de rand van het speelveld. Het kan zeker gebeuren dat een weide bijna het hele speelveld beslaat, en er zullen waarschijnlijk weiden zijn die het hele spel open blijven.
  18.   Het gebruik van tellers, zoals de 50/100 tegels uit de standaardeditie van Carcassonne (Kathedralen en Herbergen of Big Box sets), kan ook nuttig zijn.
  19.   Vraag: Eindtelling: weggedeelten van onvolledige wegen. 1 punt per horige of 1 punt per wegdeel? Klooster: 1 punt voor elke aangrenzende tegel (bijv. 5), of is een incomplete kloostertegel slechts 1 punt waard? Antwoord: Tijdens de eindtelling verdienen wegen precies evenveel als tijdens het spel, dat wil zeggen 1 punt per wegdeel. Het voorbeeld hiernaast levert blauw aan het eind van het spel vier punten op. De kloostertegel zelf levert 1 punt op voor de klooster zelf en 1 punt voor elke aangrenzende tegel. Als er vijf tegels om de kloostertegel heen liggen levert dat in totaal 6 punten op.
  20.   Vraag: Tellen we aan het eind van het spel weiden die volledig door wegen zijn afgesloten, maar die geen aangrenzende steden hebben? Zo ja, hoe? Antwoord: Strikt genomen moeten ze dezelfde punten krijgen als elke andere weide, met 3 punten voor elke afgebouwde stad. In dit geval levert dat een totaal van nul punten op. En toch kan de boer de weide niet verlaten. Dit alles is natuurlijk zeer frustrerend en schreeuwt om wraak!
  21.   Dit beschrijft wat bekend staat als de "derde editie" methode van punten tellen voor boerderijen, de methode die momenteel door alle uitgevers wordt geaccepteerd voor alle versies van Carcassonne.
  22.   Een aangrenzende stad is een stad die een muur heeft die grenst aan de weide; een enkel raakpunt op de hoek van een tegel is niet voldoende.