Het Dobbelspel
Algemene informatie en opmerkingen
Dit is het officiële dobbelspel van Carcassonne. Een spel voor 2-5 spelers dat als onderdeel van het 10-jarig jubileum van Carcassonne in 2011 uitgegeven werd door Hans im Glück. Ontworpen door Olivier Lamontagne en Klaus-Jürgen Wrede.
Speelmateriaal
Het spel zit in een metalen doos in de vorm van een meeple en bevat:
- 9 Carcassonne-dobbelstenen met de volgende zijden:
- 4 stadsdelen
- 1 ridder
- 1 katapult
- 1 scoreblok
- 1 potlood
Overzicht
Bij het Carcassonne dobbelspel proberen de spelers door handig te dobbelen zo groot mogelijke steden te bouwen - hoe groter, hoe beter.
Spelregels
Spelverloop
De spelers werpen om de beurt de dobbelstenen. De spelers kiezen een startspeler die zal beginnen en neemt alle 9 dobbelstenen. Tijdens zijn beurt werpt hij de dobbelstenen maximaal 3 keer en telt vervolgens de punten voor het resultaat (zie de sectie puntentelling). Dan geeft hij de dobbelstenen aan zijn linker buurman, die het spel voortzet.
De speler werpt voor de eerste worp alle dobbelstenen die hij voor zich heeft liggen. Als hij 1 of meer katapulten gooit, dan geeft hij die dobbelstenen direct aan de speler links van hem (hij mag de katapulten niet opnieuw werpen of er deze worp punten voor krijgen).
Werpt de speler ridders of stadsdelen dan mag hij die naar keuze verzamelen of opnieuw werpen. Als de speler een stadsdeel verzamelt, dan moet hij daar onmiddellijk een stad mee bouwen. De speler mag eenmaal gebouwde stadsdelen niet opnieuw bouwen. Verzamelde ridders mogen niet opnieuw geworpen worden.
Als een speler 3 of meer ridders verzamelt, mag hij ervoor kiezen deze beurt geen punten te tellen om zijn punten in de volgende beurt te verdubbelen. Hij houdt 1 ridder en geeft alle andere dobbelstenen aan zijn linkerbuurman. Bij zijn volgende beurt, voegt hij de dobbelsteen met de ridder toe aan de dobbelstenen die hij doorgegeven krijgt en werpt die. Elke speler kan dus een ridder hebben, waardoor de andere spelers er minder over houden.
Steden bouwen
De speler probeert een zo groot mogelijke stad te bouwen met de dobbelstenen die hij geworpen heeft. Bij de puntentelling, telt hij het aantal dobbelstenen waaruit zijn grootste stad bestaat.
Spelregels voor het bouwen van steden
- De zwarte vlakken zijn de stadsdelen.
- Zwarte vlakken moeten aan zwarte vlakken worden aangelegd, en witte vlakken aan witte vlakken.
- Als een dobbelsteen gebruikt is om te bouwen, mag die niet meer opnieuw geworpen worden.
Puntentelling
Nadat een speler de derde worp heeft gedaan of ervoor kiest om niet meer te werpen, mag hij punten gaan tellen voor zijn beurt. De spelregels voor de puntentelling zijn:
- Alleen de dobbelstenen van de grootste afgebouwde stad gelden (heeft hij geen afgebouwde stad, dan krijgt hij geen punten).
- Als de speler aan het begin van zijn beurt een ridder had, dan krijgt hij het dubbele aantal punten.
- De punten worden bijgehouden op het scoreblok.
- De puntentelling is als volgt:
- 3 dobbelstenen = 1 punt
- 4 dobbelstenen = 3 punten
- 5 dobbelstenen = 6 punten
- 6 dobbelstenen = 10 punten
- 7 dobbelstenen = 15 punten
- 8 dobbelstenen = 21 punten
- 9 dobbelstenen = 28 punten
Einde van het spel
Zodra een speler 42 punten of meer heeft eindigt het spel en is die speler de winnaar.
Bijzondere situatie: gooit een speler in zijn beurt 9 katapulten dan wint hij direct, ongeacht het aantal punten dat hij tot nu toe in het spel verzameld heeft.
Aanvullende informatie
Deze sectie is een uitbreiding op de basisinformatie uit de spelregels.
Detailvoorbeeld van een beurt
Dit voorbeeld geeft aanvullende details over de onmogelijkheid van het verplaatsen van dobbelstenen die als stad zijn gelegd of het opnieuw werpen van ridders.